Audiotour: Ontdek de geschiedenis van Huis Marseille

Rode zaal: Paulus Heeger

De bankier en de stoïcijn, 1715–1794

Rode zaal: Paulus Heeger

Trompe l'oeil portret van Seneca in de Rode Zaal, 2020 © Eddo Hartmann

Recent Histories, 2018, Eddo Hartmann

Transcript

Deze zaal is gebouwd in opdracht van de Hamburgse bankier Paulus Heeger. Als hij Keizersgracht 399 in 1715 koopt, woont hij al twintig jaar in Amsterdam. Hij is getrouwd met Catharina Hilken en heeft twee zoons, Thomas en Mattheus.

Voordat de familie het huis betrekt, wordt het helemaal op de schop genomen. Aan het voorhuis wordt een achterhuis van twee verdiepingen gebouwd. Daartussen komt het huidige trappenhuis. Zo ontstaat er genoeg ruimte om te wonen en om de zaak van Heeger te laten groeien. Zijn zoons van twintig en achttien jaar zullen bij hem gaan werken. Ze worden opgeleid om zijn compagnons te worden.

Maar nog geen jaar nadat ze hier zijn komen wonen, overlijdt volkomen onverwacht de jongste zoon Mattheus, dan negentien jaar oud. Een immens verdriet voor het gezin. En de droom die met de koop van dit huis werkelijkheid begon te worden, is kapot.

Catharina, die sinds 1710 ‘buytenmoeder’ is van het luthers diaconieweeshuis, legt in dat jaar haar functie neer. Is ze ziek? Overmand door verdriet vanwege het verlies van haar jongste zoon? Nauwelijks is er tijd te bekomen van de eerste klap. Opnieuw slaat het noodlot toe. Vlak voor kerst overlijdt ook Catharina. In de avond van 24 december wordt ze in haar kist door de gang naar buiten gedragen, naar een graf in de Oude Lutherse Kerk.

Vader Paulus en zoon Thomas blijven met z’n tweeën achter in het grote huis, dat ze nog geen twee jaar daarvoor hadden betrokken. Een huis groot genoeg om er met drie families in te wonen. En nu nagenoeg leeg. Nog geen jaar hebben ze er met z’n vieren gewoond, nog geen jaar het geluk geproefd van het nieuwe leven dat ze zichzelf hadden beloofd.

De rouw om het verlies van Catharina en Mattheus duurt bijna twee jaar. Dan lijken vader en zoon zich op miraculeuze wijze uit hun verdriet los te trekken. Ze lijken vastbesloten het verloren optimisme opnieuw te omhelzen, want op een zeker moment is er een rigoureus besluit genomen. Het huis zal opnieuw worden verbouwd, maar nu zal het werkelijk prachtig worden. Alsof ze hiermee willen zeggen dat het lot hen niet klein zal krijgen. Weer wordt het achterhuis op de schop genomen. Het wordt nog verder opgehoogd tot vier etages en een zolder. Dan ook komt de grote ‘sael’ tot stand. Want er zal een feestzaal komen, de mooiste die er te bedenken is.

Paulus Heeger geeft de schilder Johannes Voorhout opdracht een plafondschildering voor de feestzaal te maken. Voorhout ontwerpt een mythologische voorstelling met Venus, godin van de liefde, die wordt voorgesteld aan Mercurius, god van de handel. In een weelderige wolkenlucht krijgt Venus van Amor een vlammend hart aangeboden.

Op de luit, die door een engel wordt bespeeld, heeft de schilder zijn signatuur gezet, I. Voorhout.

Enigszins uit de toon vallend met de rest van de zaal, hangt boven de spiegel op de schouw een geschilderde trompe-l’oeil. Dit is een portret van de stoïcijnse filosoof Seneca.

Het portret van deze nors kijkende filosoof kwam in 1720 in de sael te hangen onder het lieflijk geschilderde plafond vol naïeve engelen. Dit moet wel bedacht zijn door Paulus Heeger, die na het verlies van vrouw en zoon wist wat het is om de gifbeker tot de bodem toe leeg te drinken. Stoïcijns gaf hij opdracht om deze feestzaal te bouwen. Want van Seneca had hij geleerd dat hij gelukkig moest zijn met wat hij nog wel had: zijn zoon Thomas en zijn huis.

Alle hoofdstukken

  1. Entree: Isaac Fouquier – De herinnering van een koopman, 1665–1676
  2. Beletage 399: Cornelis Spruijt – Een vrome diamantslijper, 1665–1708
  3. Rode zaal: Paulus Heeger – De bankier en de stoïcijn, 1715–1794
  4. Grote zaal 399: Catharina Roeters van Lennep – Een schilder in haar atelier, 1815–1851
  5. Bovenzaal 401: Jan de Pont – Een advocaat in oorlogstijd, 1940–1956
  6. Bovenzaal 401: Jos de Pont – Van student tot stichter, 1961–1999
  7. Grote Zaal 401: Debora Elias – Een gefortuneerde weduwe, 1738–1783
  8. Tuinzaal 401: Dirk van der Meer & Debora Elias – Het hemels concert, 1730–1731
  9. Hal 401: Jeremias & Dirk van der Meer – De zuinige vader en de ambitieuze zoon, 1718–1738|
  10. Bibliotheek: Hester Elias – Een onafhankelijke jonkvrouw, 1791–1810
  11. Keuken: Neeltje Degenkamp – Bewaarder van het huis, 1935–1953

Boek

Meer weten over de (bewoners)geschiedenis van Huis Marseille? Het boek waar deze audiotour op is gebaseerd, Een huis genaamd Marseille. Leven aan een Amsterdamse gracht van de zeventiende eeuw tot nu, verkrijgbaar in onze museumwinkel en via onze webshop.

Colofon

Tekst: Caroline Hanken
Stemmen: Job Cohen & Sacha de Boer
Montage: Hugo Dijkstal
Opnames audioboekfragmenten: Floor Minnaert
Met dank aan nai010 publishers en Uitgeverij Rubinstein