Transcript
Jeremias van der Meer werd in 1718 de nieuwe eigenaar van Huis Marseille. Hij had goed verdiend met zijn handel in textiel, garen en manufacturen. Als weduwnaar betrok hij dit huis samen met zijn zoon, schoondochter en twee kleinzoons.
Het huis was sober, maar geriefelijk, in de oude stijl van de zeventiende eeuw. De hal en de kamers hadden donkerhouten lambriseringen, en de ramen waren nog in kleine ruiten onderverdeeld, iets wat inmiddels nogal ouderwets werd gevonden.
Jeremias’ zoon Dirk had dan ook grootse plannen met het huis Hij wilde het interieur grondig vernieuwen. Zijn vader had daar andere ideeën over.
Jeremias, die tot de oudere generatie behoorde, zag hier kennelijk het nut niet van in. Het huis was jonger dan hij en voldeed nog helemaal aan zijn behoeften. Als zeventiende-eeuws koopman had hij op de bel-etage genoeg aan een ontvangstkamer voor in het huis en een ‘comptoir’ waar hij zijn kasboeken en geldkistjes bewaarde. Zolders en kelders gebruikte hij als opslagplaatsen voor zijn handelswaar. In de traditie van het oude koopmanschap beschouwde hij alle opsmuk als overbodig. In de ogen van de oude garde waren de verbouwingen slechts ijdel vertoon.
Jeremias hield de renovatie tegen. Dirk en zijn vrouw Debora moesten nog lang wachten voor ze hun plannen konden verwezenlijken.
Op 11 mei 1729 droeg Dirk zijn vader, gestorven op de eerbiedwaardige leeftijd van 80 jaar, ten grave. Huis Marseille werd nu van hem. Al tien jaar had hij de tijd gehad om met zijn vrouw Debora plannen te maken voor de verbouwing. Het hele pand moest van onder tot boven onder handen worden genomen om het van de zeventiende naar de achttiende eeuw te tillen. Huis Marseille zou licht en luchtig worden. Het donkere hout en goudleer zouden uit het zicht verdwijnen, de gevel, de ramen, de hele entree en de grote zaal zouden worden vernieuwd. De herinnering aan de zeventiende eeuw zou worden weggepoetst.
Ook Huis Marseille zou nu eindelijk van een passende glans worden voorzien. Dirk en Debora lieten grote marmerplaten importeren voor de vloer en lambrisering van de gang beneden. Ze kozen het allerduurste witmarmer, waaruit duidelijk werd dat dit de entree was van een deftig huis.
Decoraties aan plafond en muur zijn misschien afkomstig uit het atelier van de bekende beeldhouwer Van Logteren, die veel grachtenhuizen van reliëfs en beeldhouwwerken heeft voorzien. Tegen het plafond, achter in de gang, hangt een reliëf van Mercurius, de god van de handel, met zijn vleugelschoenen en staf. Boven de marmeren pilasters die de overgang markeren tussen voor- en achterhuis, troont de Romeinse godin Victoria omringd door maar liefst zes mollige putti. Op de achtergrond zijn harnas, kanon en kogels te zien. Met haar rechterhand houdt Victoria een palmtak op, onder haar linkerarm heeft ze een hoorn des overvloeds, de vrede heeft hier overwonnen.
Dirk van der Meer klom op tot een voornaam Amsterdams regent en liet volgens de traditie een eigen wapenschild ontwerpen. Bij de laatste restauratie van dit huis werd op een paar oude planken, verstopt achter een muur, een tekening ontdekt waarin zijn wapen is verwerkt. Tegenover de receptie, boven de ingang naar de winkel, zijn de planken zichtbaar. Rechts is een cirkel uitgespaard met een zwaan, golven en drie sterren, het wapen van Dirk van der Meer. Waarschijnlijk moest dit ontwerp worden uitgevoerd in snij- of stucwerk, maar het lijkt alsof het nooit is afgemaakt. Misschien vanwege Dirks plotselinge dood. Hij overleed in 1738, slechts acht jaar nadat hij aan de grote verbouwing was begonnen.
Alle hoofdstukken
- Entree: Isaac Fouquier – De herinnering van een koopman, 1665–1676
- Beletage 399: Cornelis Spruijt – Een vrome diamantslijper, 1665–1708
- Rode zaal: Paulus Heeger – De bankier en de stoïcijn, 1715–1794
- Grote zaal 399: Catharina Roeters van Lennep – Een schilder in haar atelier, 1815–1851
- Bovenzaal 401: Jan de Pont – Een advocaat in oorlogstijd, 1940–1956
- Bovenzaal 401: Jos de Pont – Van student tot stichter, 1961–1999
- Grote Zaal 401: Debora Elias – Een gefortuneerde weduwe, 1738–1783
- Tuinzaal 401: Dirk van der Meer & Debora Elias – Het hemels concert, 1730–1731
- Hal 401: Jeremias & Dirk van der Meer – De zuinige vader en de ambitieuze zoon, 1718–1738|
- Bibliotheek: Hester Elias – Een onafhankelijke jonkvrouw, 1791–1810
- Keuken: Neeltje Degenkamp – Bewaarder van het huis, 1935–1953
Boek
Meer weten over de (bewoners)geschiedenis van Huis Marseille? Het boek waar deze audiotour op is gebaseerd, Een huis genaamd Marseille. Leven aan een Amsterdamse gracht van de zeventiende eeuw tot nu, verkrijgbaar in onze museumwinkel en via onze webshop.
Colofon
Tekst: Caroline Hanken
Stemmen: Job Cohen & Sacha de Boer
Montage: Hugo Dijkstal
Opnames audioboekfragmenten: Floor Minnaert
Met dank aan nai010 publishers en Uitgeverij Rubinstein