Transcript
Dit pand, Keizersgracht 399, werd in 1665 tegelijk met Huis Marseille gebouwd. Het heeft een heel ander karakter, en een eigen geschiedenis.
De eerste bewoners waren Cornelis Spruijt en zijn vrouw Maayke van der Beek. Cornelis was diamantslijper. Zijn jongere broer David was goudsmid. Een derde broer, Willem, handelde in sieraden. De zaken gingen goed en de drie broers lieten ieder een huis bouwen, vlak bij elkaar hier aan de gracht.
Het huis direct naast Huis Marseille was eigendom van Cornelis Spruijt (ca. 1612–1680), een diamantslijper. De voorkamer op de bel-etage met grote ramen, toen nog met vensterroedes verdeeld in twintig kleine ruiten, was voor Cornelis de ideale plek om zijn werkbank neer te zetten. Hij had licht nodig om de ruwe edelstenen te bekijken die hij geduldig met zijn diamantmolen net zolang polijstte tot ze met al hun facetten schitterden in de zon.
Spruijt behoorde tot de Amsterdamse diamantslijpers die met nieuwe technieken internationale faam bereikten. Nergens wist men de steen zo mooi en fel te laten schitteren als hier. Zijn werk verrichtte hij in stilte, anoniem. Dag in dag uit, in de schaars gemeubileerde voorkamer, ’s winters in de kou, want er was nog geen haard, liet hij de kleine briljanten door zijn handen gaan, steeds kritisch kijkend naar het lichtspel in de steen.
De indeling van het huis was eenvoudig. De benedenverdieping bestond uit slechts één kamer. Er was nog geen gang, waardoor de ruimte de volle breedte van het huis besloeg. Ook waren het voor- en achterhuis nog niet met elkaar verbonden. Het achterhuis was niet meer dan een losstaand hok of schuurtje om in te koken.
Cornelis en zijn broers waren diepgelovig. Ze behoorden tot de doopsgezinde kerk. Als mennonieten waren ze herkenbaar aan hun lange baard en wijde tabberd. ’s Avonds, bij het licht van een enkele kaars, las Cornelis hier de Bijbel, samen met zijn vrouw. Deze kamer was voor hen dan een ruimte voor rust en contemplatie.
Alle hoofdstukken
- Entree: Isaac Fouquier – De herinnering van een koopman, 1665–1676
- Beletage 399: Cornelis Spruijt – Een vrome diamantslijper, 1665–1708
- Rode zaal: Paulus Heeger – De bankier en de stoïcijn, 1715–1794
- Grote zaal 399: Catharina Roeters van Lennep – Een schilder in haar atelier, 1815–1851
- Bovenzaal 401: Jan de Pont – Een advocaat in oorlogstijd, 1940–1956
- Bovenzaal 401: Jos de Pont – Van student tot stichter, 1961–1999
- Grote Zaal 401: Debora Elias – Een gefortuneerde weduwe, 1738–1783
- Tuinzaal 401: Dirk van der Meer & Debora Elias – Het hemels concert, 1730–1731
- Hal 401: Jeremias & Dirk van der Meer – De zuinige vader en de ambitieuze zoon, 1718–1738|
- Bibliotheek: Hester Elias – Een onafhankelijke jonkvrouw, 1791–1810
- Keuken: Neeltje Degenkamp – Bewaarder van het huis, 1935–1953
Boek
Meer weten over de (bewoners)geschiedenis van Huis Marseille? Het boek waar deze audiotour op is gebaseerd, Een huis genaamd Marseille. Leven aan een Amsterdamse gracht van de zeventiende eeuw tot nu, verkrijgbaar in onze museumwinkel en via onze webshop.
Colofon
Tekst: Caroline Hanken
Stemmen: Job Cohen & Sacha de Boer
Montage: Hugo Dijkstal
Opnames audioboekfragmenten: Floor Minnaert
Met dank aan nai010 publishers en Uitgeverij Rubinstein