Transcript
In 1961 werd deze ruimte betrokken door de jonge rechtenstudent Jos de Pont. Hij trad hiermee in de voetsporen van zijn vader Jan, die hier ook een tijd had gewoond. De kamer was opgedeeld in een slaap- en een werkruimte. Jos zou hier tot 1967 wonen en heeft goede herinneringen aan die tijd.
Hij vond in zijn werkkamer ruimte voor een nieuwe hobby. Hij was gaan fotograferen en raakte hierdoor zo gefascineerd dat hij zelf foto’s wilde gaan afdrukken. Met wat hout sloot hij een stukje van de ruimte af om er een donkere kamer in te maken. Het was een hokje met een tafel voor een vergroter en wat bakken voor ontwikkelaar en fixeer. In het rode schijnsel van de dokalamp bracht hij uren door. Hij drukte honderden foto’s af. Op den duur waagde hij zich aan het grotere formaat van vijftig bij zestig centimeter. Voor de zilveren bruiloft van zijn ouders maakte hij een collage van het hele gezin. Technisch gezien een lastig karwei, met verschillende negatieven die na elkaar moesten worden belicht. Het ligbad, een verdieping hoger, op die vreemde plek naast de dossierkamer, bleek heel handig om de afdrukken in te spoelen.
Toen Jos de Pont zijn studie had afgerond, verliet hij zijn kamer in Huis Marseille. Maar hij hield contact met de advocaten die in het pand werkten. Zo kwam hem vele jaren later ter ore dat Huis Marseille te koop werd gezet. Het huis was vervallen en uitgewoond, zoals veel grachtenpanden toen. Toch besloot hij het te kopen.
Als nieuwe eigenaar van Huis Marseille beklom Jos de Pont de stenen trap naar de voordeur om te kijken wat hij nou precies gekocht had. Het was 1995 en alweer bijna drie decennia sinds hij, als pas afgestudeerd meester in de rechten, de sleutel van de voordeur bij de huisbewaarder had ingeleverd. Sindsdien had hij een gezin gesticht en carrière gemaakt als advocaat in Amsterdam en Parijs. Nu, na vele omzwervingen, had hij de sleutel weer in handen van het huis waar hij en zijn familie, tot dan toe als huurder, al meer dan een halve eeuw mee verbonden waren.
Voor het eerst in lange tijd werd het huis van onder tot boven in ogenschouw genomen. De architecten Mels Crouwel, Peter Kropp en Laurens Vis werd gevraagd hun visie op het pand te geven. Hoewel het plan voor de bestemming zich nog moest uitkristalliseren, werd algauw besloten het huis in elk geval weer tot een geheel te maken.
Het vergde nogal wat verbeeldingskracht om door de stoffige kantoren heen een monumentaal herenhuis te zien. Maar toen de tussenwanden in de zalen waren geslecht en daarmee het hokkerige karakter van het huis verdween, openbaarde zich de samenhang van de ruimtes in het pand zoals die vroeger was. Het slopen van de tussendeur in de gang op de bel-etage bracht na minstens een halve eeuw de monumentale entree tevoorschijn. Jos de Pont had de hal nog niet eerder zo gezien.
Stukje bij beetje werd iedere ruimte van rotzooi ontdaan. Geleidelijk gaf het huis wat van zijn geheimen prijs. Vele lagen behang werden van de muren gepeld, wanden werden ontpleisterd, lambriseringen werden voorzichtig losgetrokken en de verf op het houtwerk werd op oude kleurlagen onderzocht en daarna afgeschuurd. Stof van eeuwen werd losgewoeld.
Ondertussen begon er een plan te rijpen voor de bestemming van het huis. Jos de Pont had in Tilburg uit naam van zijn in 1987 overleden vader een museum voor moderne kunst opgericht. Nu overwoog hij ook in dit pand een museum te vestigen. Toen hij op een dag met Hendrik Driessen, de directeur van het Tilburgse museum, door Huis Marseille liep en met hem in de ruimte stond waar hij vroeger als student gewoond had, haalde hij herinneringen op aan de donkere kamer die hij toen had. Fotografie had hem nooit meer losgelaten. Al heel vroeg was hij werk van jonge fotografen gaan verzamelen, waaruit een bijzondere collectie was ontstaan. Inmiddels kreeg fotografie als autonome kunstvorm steeds meer aanzien, een zelfstandig museum, louter hierop gericht, bestond in Nederland nog niet.
Het museum zou de naam krijgen die al sinds 1665 op de gevel staat: Huis Marseille. De letters werden schoongemaakt en opnieuw verguld. In 1999 opende fotografiemuseum Huis Marseille zijn deuren.
Alle hoofdstukken
- Entree: Isaac Fouquier – De herinnering van een koopman, 1665–1676
- Beletage 399: Cornelis Spruijt – Een vrome diamantslijper, 1665–1708
- Rode zaal: Paulus Heeger – De bankier en de stoïcijn, 1715–1794
- Grote zaal 399: Catharina Roeters van Lennep – Een schilder in haar atelier, 1815–1851
- Bovenzaal 401: Jan de Pont – Een advocaat in oorlogstijd, 1940–1956
- Bovenzaal 401: Jos de Pont – Van student tot stichter, 1961–1999
- Grote Zaal 401: Debora Elias – Een gefortuneerde weduwe, 1738–1783
- Tuinzaal 401: Dirk van der Meer & Debora Elias – Het hemels concert, 1730–1731
- Hal 401: Jeremias & Dirk van der Meer – De zuinige vader en de ambitieuze zoon, 1718–1738|
- Bibliotheek: Hester Elias – Een onafhankelijke jonkvrouw, 1791–1810
- Keuken: Neeltje Degenkamp – Bewaarder van het huis, 1935–1953
Boek
Meer weten over de (bewoners)geschiedenis van Huis Marseille? Het boek waar deze audiotour op is gebaseerd, Een huis genaamd Marseille. Leven aan een Amsterdamse gracht van de zeventiende eeuw tot nu, verkrijgbaar in onze museumwinkel en via onze webshop.
Colofon
Tekst: Caroline Hanken
Stemmen: Job Cohen & Sacha de Boer
Montage: Hugo Dijkstal
Opnames audioboekfragmenten: Floor Minnaert
Met dank aan nai010 publishers en Uitgeverij Rubinstein