Deze zomer staat het dier in de collectie centraal, met werk van verschillende fotografen.
Charlotte Dumas (1977) portretteert dieren. Intimiteit is van essentieel belang voor haar werkwijze. Zij trekt langere tijd met dezelfde beesten op om hun specifieke karakter te kunnen laten zien. Daarbij zoekt ze naar een tijdloos beeld via klassieke voorbeelden uit de (schilder)kunst. Het dier als toonbeeld van zowel trouw als dreiging is een gegeven dat haar intrigeert. In de foto’s van de Japanse Rinko Kawauchi (1972) wordt het leven gevierd zonder daarbij het sterven te veronachtzamen. Ook in haar foto’s van beesten, die ze liefdevol en met oog voor het onopgemerkte detail fotografeert, stralen van levenslust. Ze hanteert daarbij licht en kleur op een verfijnde manier en kruipt zó dicht op haar onderwerpen, dat niet alleen het oog, maar ook onze andere zintuigen worden aangesproken.
Ook de Finse fotograaf Esko Männikkö (1959) fotografeert dieren in extreme close-up. Met Charlotte Dumas heeft hij gemeen dat hij vooral geïnteresseerd is in hun persoonlijkheid, en net als zij, via hun ogen contact probeert te leggen om zo tot een portret te komen. Hij fotografeert vooral in dierentuinen waar hij de kans krijgt om in alle rust heel dichtbij te komen en langere tijd met dezelfde dieren op te trekken. Männikkö ontving eerder dit jaar de Deutsche Börse Photography Prize.
Naast ‘de collectiebeesten’ zijn enkele nieuwe aanwinsten te zien, o.a. van Roos Theuws.
De tentoonstelling is aangevuld met bruiklenen uit de H+F Collectie, van Galerie Rodolphe Janssen, Brussel, en De Pont, Tilburg.