Apartheid & After

Neri James, Petros Village, Malawi, 2006 © Guy Tillim

Africanis, Richmond, 2009 © Daniel Naudé

Previously Important Places series 1990–2013 © Graeme Williams

De tentoonstelling Apartheid & After laat zien hoezeer het recente verleden de waarneming van nu kleurt. Dat lijkt de rode draad te zijn die het werk van de dertien deelnemende fotografen na 1990 verbindt. Hoe spectaculair de verschillende selecties ook zijn, het is fotografie met een dubbele agenda – maar dan wel een in de positieve zin van het woord. Hier wordt vanuit de kennis van toen nauwkeurig scherp gesteld op het heden – en andersom. Het is balanceren op het slappe koord. Fotograaf zijn in Zuid-Afrika vraagt er om feitelijk, gearticuleerd, en deskundig te zijn, zowel ten opzichte van het gewicht aan herinneringen, trauma’s en het schuldgevoel dat daar uit voortvloeit, als ten opzichte van de mystiek gekleurde en té mooie, toeristisch geëxploiteerde elementen van het Afrika van nu.

De tentoonstelling Apartheid & After is gebaseerd op een idee van David Goldblatt. Met het doel om de kwaliteit, diversiteit en de dynamiek die de fotografie in Zuid-Afrika nu kent ook in Nederland te laten zien; er liggen hier immers van oudsher banden met dit land. Nu, twintig jaar na de eerste vrije verkiezingen (1994), staan er naast Goldblatt enkele tientallen fotografen met een stevige reputatie zoals Guy Tillim, Jo Ractliffe, Santu Mofokeng, Zanele Muholi en Pieter Hugo, en is ook de derde generatie aangetreden met Mikhael Subotzky, Daniel Naudé, Sabelo Mlangeni. De dynamiek en de reikwijdte die de fotografie er nu kent is mede te danken aan de Market Photo Workshop (Johannesburg), waar onder leiding van John Fleetwood in relatief korte tijd veel en bijzonder jong talent is gevormd.

De expositie opent met Goldblatt’s serie Particulars ( 1975 e.v.) – detailopnames van de multiculturele samenleving die in de parken van Johannesburg ontspanning zocht. Het zijn veelzeggende close-ups die feilloos aangeven hoe de verhoudingen destijds in kleding en lichaamstaal tot uitdrukking kwamen. Daarna waaiert de tentoonstelling uit. Vrijwel iedere fotograaf heeft een eigen zaal in het museum en een eigen, vaak actuele thematiek. Jo Ractliffe toont bijvoorbeeld haar recente ‘Borderlands’ serie (2013), waarin zij in een sobere zwart-wit fotografie de locaties heeft opgenomen waar vanuit de SADF (South African Defence Force) opereerde ten tijde van de oorlog in Angola. Pieter Hugo portretteert met ‘Kin’ (2013) de Afrikaners van nu. Soms wordt er teruggegrepen in de tijd. Bijvoorbeeld met de ‘Democratic Portraits’ van de inmiddels overleden fotograaf Paul Alberts. De portretten die hij van zogenaamde ‘vergeten burgers’ in het stadhuis van Majwemasweu, een township in Free State, maakte waren bedoeld als ID. Ze boden in 1994 ook de armsten de mogelijkheid om deel te kunnen nemen aan de eerste democratische verkiezing sinds de jaren van Apartheid. Anno nu ogen deze ‘kleine’ portretten als een monument. Met ‘Petros Village’ (2006) toont Guy Tillim zijn meest lyrische en ongecompliceerde werk, dat hij in Malawi maakte. De opnames van Santu Mofokeng uit de ‘Bloemhof Serie’ (1988 e.v.) laten zien hoe het was om als zwarte landarbeider op de boerderij van een ‘witte baas’ te leven, of in het isolement van een township. Dit staat in een scherp contrast tot de portretten van Hugh Exton waarvan de opnames rond 1910 in het stadje Pietersburg (nu Polokwane) werden gemaakt. Exton portretteerde iedereen die naar zijn studio kwam met evenveel aandacht en respect  – rijk, arm, kleurling, zwart of blank. Hoewel er ook destijds voldoende aanleiding was om dit onderscheid wel te maken. Uit Exton’s werk, dat hier voor het eerst buiten Zuid-Afrika wordt getoond, komt het zelfbewuste beeld naar voren van een vroege, door en door  multiculturele gemeenschap.

Het nieuwe Zuid-Afrika blijkt vele gezichten te hebben. Vooralsnog is de impact die de complexe geschiedenis op het heden heeft tastbaar aanwezig in de selecties van alle dertien fotografen. Ook al wordt er in het werk van jongere fotografen misschien meer afstand van genomen dan in dat van hun seniore collega’s – zelfs dan nog zit er het nodige in het hoofd van de toeschouwer waardoor de connectie weer hersteld wordt. De actuele dierportretten van Daniel Naudé zijn daar een mooi voorbeeld van. Zelfs daar dringen de visuele associaties met het oude leven op het land en de band tussen mens en dier zich onvermijdelijk naar voren. In Apartheid & After blijkt het verleden springlevend. Vroegere feiten worden echter in een visuele dialoog gebracht met het nu –  geschiedenis is de sleutel tot deze tijd (en andersom). In de geschiedenis van de Zuid-Afrikaanse fotografie hebben de politieke omwentelingen een urgentie teweeg gebracht, die op zijn beurt weer geleid heeft tot het huidige rijke en diverse spectrum aan posities –  vooralsnog zonder enig vergelijk. Goede foto’s zijn sprekende uitsneden van een groter geheel. In deze tentoonstelling is het juist die bijzondere filtering van details – heel veel bedrieglijk eenvoudige dingen – die zo duidelijk de grote lijnen markeren waarlangs de geschiedenis zich beweegt.

Deze tentoonstelling kwam tot stand met dank aan: Charmaine Alberts, Center for Film and Media Studies at the University of Cape Town, Goodman Gallery, David Goldblatt, THE EKARD COLLECTION, Stevenson Gallery, Hugh Exton Museum Polokwane & Henriet Potgieter.