Geïnspireerd door het fraaie 19e-eeuwse fotoalbum Le Chemin de Fer du Nord traden Theo Baart en Cary Markerink – gelauwerd om hun documentaire fotoprojecten zoals Nagele en Snelweg – in het spoor van fotograaf Édouard Baldus (1813-1889) en richtten zij hun lens op het cultuurlandschap van Noord-Frankrijk. In hun serie After Baldus registreren ze – in kleur – de veranderingen die deze regio in anderhalve eeuw onderging ten gevolge van industrialisatie, verstedelijking, globalisering en verschillende oorlogen. Van 50 foto’s maakten ze afdrukken voor hun eigen album, dat qua formaat en opzet gelijk is aan dat van Baldus.
De kiem voor het fotoproject After Baldus werd gelegd in 2009, toen Baart en Markerink in het depot van het George Eastman House te Rochester, New York, de gelegenheid kregen om Baldus’ album te bestuderen. De Franse fotograaf vervaardigde Chemin de Fer du Nord. Ligne de Paris à Boulogne. Vues Photographiques in 1855 in opdracht van baron James de Rothschild, de vermogende bankier en financier van de gloednieuwe spoorlijn uit de titel. Aanleiding was het staatsbezoek van de Britse koningin Victoria aan Frankrijk; de 50 foto’s zijn opgenomen langs het traject dat zij per trein zou afleggen, van de havenstad Boulogne-sur-Mer naar Parijs. Als souvenir werd haar dit luxueuze, in leer gebonden grootformaat album geschonken. Op monumentale wijze demonstreert het album het technische vernuft van de Franse industrie: niet alleen dat van de spoorlijn en de infrastructuur langs het traject, maar ook dat van de nog jonge uitvinding fotografie zelf. Vier jaar later werden er nog 25 albums gemaakt, in een ietwat andere samenstelling, ditmaal bestemd voor diverse hoogwaardigheidsbekleders. Het exemplaar uit de collectie van het huidige George Eastman Museum is er daar een van, en vormde het uitgangspunt voor Baart en Markerinks serie After Baldus, waarvoor zij in het spoor van de Franse fotograaf traden.
In samenwerking met cultuurhistoricus Alison Nordström (destijds als conservator verbonden aan het George Eastman House) begonnen Baart en Markerink hun onderzoek naar de (fotografische) geschiedenis van het gebouwde landschap tussen Boulogne-sur-Mer en Parijs. Hun foto’s vormen nadrukkelijk geen een-op-eenvertalingen van die van hun voorganger, maar registreren op vergelijkbare wijze de status-quo van het cultuurlandschap langs hetzelfde traject in de 21e eeuw. Waar Baldus’ omgeving nog aan de vooravond van de industrialisatie stond, heeft die van Baart en Markerink niet alleen het hoofd geboden aan industrialisatie, maar ook aan verstedelijking, globalisering en verschillende oorlogen.
Waar in musea doorgaans niets mag worden aangeraakt, biedt Huis Marseille de unieke mogelijkheid om het grootformaat album met 50 kleurenfoto’s van Baart en Markerink met handschoenen aan voorzichtig door te bladeren. Dit fysieke aspect van de kijkervaring is immers inherent aan dit medium. Het antiquarische album van Baldus zelf met zijn 50 albuminedrukken is te zeldzaam en kwetsbaar voor een dergelijke hantering, maar in de video slaat een conservator van het George Eastman Museum bladzijde voor bladzijde om in de veilige omgeving van het depot.
Theo Baart (1957) en Cary Markerink (1951) studeerden beiden fotografie aan de Gerrit Rietveld Academie te Amsterdam. Sinds 1987 ondernemen ze regelmatig gezamenlijke fotoprojecten. Een terugkerend onderwerp in beider oeuvre is het cultuurlandschap: de door mensen en machines gevormde omgeving. Voor hen vormt het fotoboek een belangrijk medium, omdat dit de mogelijkheid biedt om hun werk, dat een documentair karakter heeft, in een samenhangende context te tonen. Hun fotoboeken geven ze in eigen beheer uit via hun stichting Ideas on Paper. Individuele projecten van Baart en Markerink zijn o.a. Werklust, biografie van een gebruikslandschap (Baart, 2015) en Memory Traces (Markerink, 2009). Het fotoboek After Baldus: Travels in a Wounded Landscape, met het gelijknamige essay van Alison Nordström, verschijnt in 2017 bij Ideas on Paper (onder voorbehoud).